Column geschreven voor MarketingTribune 12
Niet zolang geleden was ik in New York in een zakenhotel en zat ik ’s ochtends vroeg door mijn jetlag een beetje doelloos te zappen. Op kanaal 221 trof ik iets ongebruikelijks aan. Het scherm was niet volledig gevuld met televisiebeelden, maar was opgebouwd uit grafieken, tabellen, ticker-tapes en – heel klein linksboven in-, bewegende beelden van een presentator. Het kanaal was van Reuters. Dit bekende persbureau uit Amerika richt zich op zakenlui die meer dan gemiddeld zijn geïnteresseerd in financieel nieuws. De grafieken, tabellen en ticker-tapes bevatten dan ook beursopeningen, koers-winstverhoudingen en meer van dit soort informatie uit alle delen van de wereld. Het tv-scherm gaf me opeens het gevoel dat ik in een dealing room van een grote financiële instelling was beland. Daar zie je vaak van die werkplekken met minimaal twee van dit soort schermen. Dit fenomeen rukt nu ook op in de huiskamer. Steeds meer consumenten kijken namelijk tv met een laptop op schoot. Veel programma’s laten het gemakkelijk toe om ondertussen even je mail te checken. Of iets anders te gaan doen. Online. Het vraagt immers zelden al je aandacht. De volgende stap is om tv-programma’s met het web te integreren. En de verschillende informatiestromen over hetzelfde onderwerp bij elkaar te brengen.
De publieke omroep is inmiddels gestart met tweets over hun programma’s te verzamelen en af te beelden op omroep.nl/mash. Intelevision is een Amerikaans bedrijf dat mensen die naar hetzelfde programma kijken samenbrengt via een interactief platform. Ook de NOS speelt in op deze ontwikkeling. Tijdens het WK toont deze omroep extra realtime informatie rond de wedstrijden op een webpagina. Statistieken rond balbezit, afgelegde meters, balsnelheid, doelpogingen en ondermeer hoekschoppen worden via een mooie grafische interface weergegeven. Dit dashboard is uiteraard ‘live’ en kan –bijvoorbeeld- op basis van het verloop van de wedstrijd virtuele groepsstanden laten zien. Op je mobieltje, je laptop en andere mobiele apparaten. De NOS noemt deze ontwikkeling ‘second screen’ en gelooft enorm in potentie hiervan. Dus, voortaan kijk ik niet meer voetbal met het vertrouwde bord op schoot, maar met mijn iPad.